Vier basisonderdelen van een computer

De dunne, lichte en stijlvolle notebooks en tablet-pc's van tegenwoordig maskeren de ongelooflijk geavanceerde technologie die ze aandrijft. Ondanks hun schoonheid en glans, ligt onder de oppervlakte dezelfde basistechnologie die wordt gebruikt in hardwerkende, eenvoudige en functieloze mainframe- of servercomputers. Of ze nu worden gebruikt om op internet te surfen, zakelijke toepassingen uit te voeren of complexe wetenschappelijke berekeningen uit te voeren, alle computers bestaan ​​uit vier basisonderdelen: de CPU, het moederbord, de apparaten voor gegevensinvoer en gegevensuitvoer.

processor

De CPU, of centrale verwerkingseenheid, levert het grootste deel van de intelligentie van een computer. CPU's voeren rekenkundige berekeningen uit, vergelijken gegevens en verplaatsen informatie van de ene geheugenlocatie naar de andere onder leiding van een programma. Computerprogramma's zijn instructies die aan de CPU worden gegeven om een ​​taak uit te voeren. CPU's kunnen programma-instructies de een na de ander uitvoeren of ze kunnen van het ene deel van het programma naar het andere springen op basis van de resultaten van eerdere berekeningen. CPU's vertrouwen op geheugenlocaties die registers worden genoemd om te verwerken gegevens of programma-instructies vast te houden. Bovendien hebben sommige CPU's een speciale cache van snel geheugen dat wordt gebruikt om een ​​kopie van veelgebruikte gegevens uit het hoofdgeheugen van de computer binnen handbereik te houden voor snelle toegang.

Moederbord

Op zichzelf is de CPU niet nuttiger dan een automotor zonder chassis, transmissie of wielen. Het moederbord biedt de doorgang voor de overdracht van informatie door de hele computer. Het hoofdgeheugen of systeem-RAM van de computer, netwerkinterfaces, USB-poorten, video-ingangen, opslagapparaatinterfaces, BIOS en systeemklok zijn ofwel ingebouwd in of verbonden met het moederbord via een sleuf.

Invoer apparaten

Uw computer haalt informatie uit verschillende bronnen om te verwerken. Invoerapparaten zoals uw toetsenbord, muis, trackball en touchpad geven informatie en instructies door aan de toepassingen die op uw computer worden uitgevoerd. Andere gegevensbronnen zijn harde schijven, cd-roms, dvd-roms en USB-sticks. Informatie stroomt ook naar een computer vanaf netwerkverbindingen zoals internet.

Uitvoerapparaten

Uitvoerapparaten zijn nodig om het werk van uw computer tijdelijk of permanent weer te geven, uit te zenden of op te nemen. Computerluidsprekers en -monitoren zijn uitvoerapparaten. Veel computers hebben opslagapparaten zoals harde schijven, SSD-schijven, thumbdrives of cd-branders die een meer permanente vorm van gegevensuitvoer en -opslag bieden. Andere uitvoerapparaten zoals printers en projectoren zijn via poorten op de computer aangesloten.