Hoewel de iPhone vaak wordt gezien als een pionierssmartphone, werd het bepalende kenmerk van smartphones - de mogelijkheid om apps van derden te installeren - feitelijk toegevoegd in iOS 2. Deze functie, samen met de vele andere mogelijkheden en apps waaruit De basishandelingen van de iPhone staan gezamenlijk bekend als de firmware van de iPhone en worden op elk model van het apparaat geïnstalleerd.
Firmware-definitie
Veel elektronische apparaten, van modems tot mobiele telefoons, bevatten chips met daarop geschreven besturingssoftware. Deze software, ook wel firmware genoemd, regelt de basishandelingen van het apparaat. Op een iPhone verwijst firmware naar het besturingssysteem van de telefoon, iOS. Het iOS-besturingssysteem bevat alle vooraf geïnstalleerde apps van de iPhone, zoals Mail, Safari en Notes, evenals de interne programmering van de telefoon die processen bestuurt zoals opstarten en verbinding maken met het mobiele netwerk.
iPhone-firmwaregeschiedenis
De eerste iPhone-firmware, iOS 1, werd uitgebracht met de originele iPhone in 2007. Daaropvolgende firmware-updates brachten grote veranderingen met zich mee. Uitgebracht in 2008 voegde iOS 2 ondersteuning toe voor apps van derden via de App Store. In 2009 zag iOS 3 en de mogelijkheid om tekst, spraakbesturing en pushmeldingen te kopiëren en plakken. In 2010 bracht Apple iOS 4 uit, met multitasking en app-mappen. IOS5 in 2011 voegde Siri toe en verwijderde de noodzaak om de telefoon via een computer te synchroniseren en bij te werken. iOS 6 van 2012 voegde een notificatiecentrum toe, integreerde Facebook in het systeem en verving de Google Maps-app door een nieuwe versie ontworpen door Apple.
iOS cross-compatibiliteitat
Terwijl Apple de eerste iOS-firmware voor de iPhone ontwierp, heeft het bedrijf sindsdien het besturingssysteem voor de iPod touch en de iPad aangepast. Apple voegde compatibiliteit toe met de iPod touch in iOS-versie 1.1 en met de iPad in iOS 3.2 - een aparte versie die nooit is uitgebracht voor de iPhone. De iPad bleef een alternatieve versie van het besturingssysteem gebruiken tot iOS 4.2.1, dat de versienummers van de iPhone en iPad-firmware verenigde.
iPhone-firmware bijwerken
Alle iPhone-modellen hebben firmware die gebruikers kunnen bijwerken via iTunes op de computer. Nadat u de iPhone op de computer hebt aangesloten, selecteert u de telefoon in het iTunes-menu en klikt u op "Controleren op updates" om de iPhone-firmware bij te werken. IPhones die al iOS 5 of nieuwer gebruiken, kunnen ook rechtstreeks worden bijgewerkt zonder dat een computer nodig is via de optie "Software-update" onder "Algemeen" in de app Instellingen. Deze methode vereist een batterij die minimaal halfvol is en een Wi-Fi-verbinding.
Versie Waarschuwing
De informatie in dit artikel is van toepassing op iTunes 10 en iOS 6. Het kan enigszins of aanzienlijk verschillen met andere versies.