Wanneer u grafieken aan Excel toevoegt, merkt u misschien dat het programma automatisch waarde-intervallen op de assen kiest. Gelukkig biedt Excel u ook controle bij het wijzigen van deze waarden. Met behulp van de grafiekhulpmiddelen kunt u de intervalwaarden wijzigen op basis van verschillende criteria, inclusief de maximum- en minimumwaarden en de grote en kleine eenheden daartussenin. De grafiekhulpmiddelen zijn toegankelijk door op de gewenste grafiek te klikken.
Stap 1
Start Excel en open de spreadsheet met de grafiek waarvoor u intervallen wilt maken. Klik eenmaal op de juiste grafiek om het menu "Hulpmiddelen voor grafieken" te openen.
Stap 2
Klik op het tabblad "Opmaak" in het menu Hulpmiddelen voor grafieken en zoek het gedeelte "Huidige selectie". Klik op het pictogram "Grafiekelementen" en selecteer de optie "Verticale (waarde) as". Klik op het tabblad "Selectie opmaken" op het tabblad "Opmaak", waardoor een apart dialoogvenster wordt geopend.
Klik op het tabblad "Asopties". Klik op het vak "Vast" en typ de gewenste intervalwaarden in de velden "Hoofdeenheid" en "Kleine eenheid" om nieuwe intervallen op de as te maken. Klik op de knop "OK" om de intervallen aan de grafiek toe te voegen.