Wat zijn de functies van computergeheugen?

De basisfunctie van computergeheugen is in wezen het opslaan van gegevens. Afhankelijk van het type gegevens dat het opslaat en de rol die het speelt bij de werking van de computer, vervult het geheugen echter verschillende functies. Hoewel al deze functies gegevensopslag omvatten, hebben RAM, ROM, flashgeheugen en harde schijven elk een andere en noodzakelijke functie om een ​​computer en zijn randapparatuur te laten werken.

RAM

Random Access Memory (RAM) biedt tijdelijke opslag van applicatiegegevens. In plaats van elke keer dat een computer gegevens nodig heeft terug te moeten gaan om informatie op de harde schijf te zoeken, slaat de computer veelgebruikte bestanden tijdelijk op in het RAM-geheugen, waardoor ze gemakkelijker te vinden zijn. Wanneer de computer uitschakelt, worden alle gegevens in het RAM gewist of overgebracht naar de harde schijf, zodat er ruimte vrijkomt voor nieuwe gegevens wanneer de computer weer begint te werken.

Harde schijf

Een harde schijf is de kern van de gegevensopslag van een computer. Het biedt geheugenruimte voor systeem- en gebruikersbestanden -- alles van uw besturingssysteem tot documenten en afbeeldingen. In mechanische termen is een harde schijf een roterende schijf die is behandeld met een magnetische coating, vergelijkbaar met de magnetische linten die gegevens op cassettes opslaan. Een bewegende arm leest en kopieert gegevens van en naar de roterende schijf, zodat u bestanden van de harde schijf kunt openen of nieuwe gegevens kunt opslaan.

Flash-geheugen

Flash-geheugen, de algemene term voor elektronisch wisbaar programmeerbaar alleen-lezen geheugen (EEPROM), wordt gebruikt in computervideogamekaarten en om essentiële systeeminformatie op te slaan. In tegenstelling tot andere geheugentypes die gegevens byte-by-byte kopiëren of wissen, kan EEPROM gegevens in groepen van bytes bewerken, waardoor het een populaire keuze is voor apparaten zoals geheugensticks en camera's waar de opgeslagen gegevens voortdurend veranderen. In tegenstelling tot harde schijven heeft EEPROM geen fragiele bewegende arm nodig, wat sommige computerfabrikanten ertoe aanzet om harde schijven te vervangen door flash-architectuur, hoewel de technologie duurder blijft dan harde schijven.

rom

Alleen-lezen geheugen (ROM) wordt gebruikt om gegevens op te slaan die de meest elementaire computerfunctionaliteit regelen, zoals opstarten, randapparatuur detecteren en de computerventilator bedienen. Zoals de naam al doet vermoeden, kunnen de gegevens niet door het systeem of de gebruikers worden bewerkt en, in tegenstelling tot RAM, blijven de gegevens opgenomen, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Net als harde schijven en flashgeheugen is ROM een voorbeeld van niet-vluchtig geheugen - wat betekent dat het op zijn plaats blijft wanneer de stroom is uitgeschakeld - terwijl RAM als vluchtig geheugen wordt beschouwd.