Om te voorkomen dat computers en apparaten in netwerken waarmee u verbinding maakt uw computer kunnen zien, moet u de instelling voor netwerkdetectie uitschakelen. Netwerkdetectie zorgt ervoor dat uw computer toegankelijk is op andere netwerkcomputers, en hoewel dit handig kan zijn in thuisnetwerken, moet u het altijd uitschakelen wanneer u zich op een openbaar, niet-vertrouwd netwerk bevindt. Zodra u netwerkdetectie heeft uitgeschakeld, wordt uw computer verborgen voor andere computers en apparaten in het netwerk.
Stap 1
Klik met de rechtermuisknop op het netwerk- of Wi-Fi-pictogram in het systeemvak van de Windows-taakbalk en selecteer "Open Network and Sharing Center".
Stap 2
Klik op de link 'Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen' in het linkerdeelvenster.
Stap 3
Selecteer de optie "Netwerkdetectie uitschakelen". De optie "Netwerkdetectie inschakelen" wordt automatisch uitgeschakeld.
Klik op de knop "Wijzigingen opslaan". Bevestig de bewerking of typ uw beheerderswachtwoord in als daarom wordt gevraagd.