Microsoft Excel 2013 bepaalt automatisch een bereik voor gegevens op de X- en Y-as. Dit bereik begint meestal met nul, maar Excel kan een ander startpunt gebruiken als de gegevens dit rechtvaardigen. Dit bereik creëert vaak grote, lelijke gaten op de X-as. Het kan er ook voor zorgen dat kleine verschillen in grote gegevenspunten moeilijk te identificeren zijn. Door de X-as op het eerste gegevenspunt te beginnen, verwijdert u de lege ruimte en maakt u verschillen beter zichtbaar.
Stap 1
Beweeg uw muisaanwijzer over het verste gegevenspunt aan de linkerkant van de grafiek. Er verschijnt een pop-up die de exacte waarde van het punt identificeert. Afhankelijk van uw diagramtype kan deze waarde een of twee cijfers bevatten. Als het twee cijfers heeft, lees dan alleen de eerste. Als het moeilijk is om te bepalen welk gegevenspunt het verst naar links is, lees dan elk van de linker gegevenspunten en onthoud de kleinste.
Stap 2
Klik met de rechtermuisknop op een willekeurig nummer op de X-as en klik op "Axis formatteren" in het pop-upmenu.
Stap 3
Wijzig de "Minimum"-waarde in de groep "Bounds" in het eerste gegevenspunt dat u eerder hebt geïdentificeerd.
Druk op "Enter" of klik ergens in het gegevens- of grafiekgebied om de wijziging toe te passen.