Breed zijn netwerken en lokale netwerken worden gebruikt om apparaten binnen bedrijven en huizen met elkaar en internet te verbinden. Deze netwerken gebruiken servers waarmee apparaten gegevens van externe bronnen kunnen opvragen en ontvangen. De taken die deze servers uitvoeren variëren vanwege de netwerken die ze faciliteren, waarbij WAN's gericht zijn op het verbinden van apparaten op verschillende locaties, terwijl LAN's doorgaans in dezelfde kamer of hetzelfde kantoorgebouw werken. Hoewel het gebruik verschillend is, zijn de basisprincipes van elk hetzelfde.
Gegevens opvragen
Deze netwerken werken met een proces dat client-servercommunicatie wordt genoemd, waarbij de clientcomputer de server om informatie vraagt en de server deze levert. Dit verzoek bepaalt welke informatie wordt geretourneerd, bijvoorbeeld wanneer u een webadres in de adresbalk van uw browser typt en een webserver alle bestanden waaruit deze webpagina bestaat naar uw webbrowser levert. WAN's en LAN's doen dit met lokaal opgeslagen bestanden, zodat u alle documenten op een netwerkschijf kunt opvragen en ze vervolgens met een paar korte klikken kunt openen.
Uw gegevens ontvangen
Servers die verzoeken van clientcomputers ontvangen, verwerken het verzoek en retourneren de juiste informatie zodra deze is gevonden. Hoewel de daadwerkelijke stappen die een server neemt om informatie te lokaliseren per servertype kunnen verschillen, functioneren ze in wezen allemaal als een zoekmachine die een bedrijfsdatabase doorzoekt en met het juiste bestand reageert. Servers voor grote netwerken verwerken consequent een groot aantal verzoeken om gegevens te zoeken, te wijzigen en te verplaatsen, dus ze zijn zeer krachtig en worden vaak geleverd in racks van meerdere servers om een enkel netwerk te ondersteunen.
Optreden als een LAN
Om een server een LAN te laten gebruiken, sluit u de server doorgaans rechtstreeks aan op hetzelfde netwerk als alle clientcomputers die gebruikmaken van het LAN. Deze opstelling biedt alle netwerkapparaten hetzelfde subnet in hun IP-adres en apparaten gebruiken het subnet om toegang te krijgen tot uw server en netwerkgebaseerde taken uit te voeren. Aanvankelijk werden LAN's ontwikkeld en ingezet door bedrijven om gegevens centraal op te slaan en taken te hosten, maar internetopslag en opties voor delen hebben de behoefte aan op LAN gebaseerde servers en opslag grotendeels weggenomen.
De WAN-optie
Bedrijven hebben de neiging om te upgraden naar een WAN-configuratie wanneer ze mensen op meerdere locaties met elkaar willen verbinden. WAN's werken op twee manieren: bedraad en virtueel. Een bekabeld WAN vereist dat een bedrijf fysiek een kabel tussen alle geografische locaties naar een centrale hub leidt en ze vervolgens allemaal verbindt op dezelfde manier als een LAN-verbinding - dit is duur en vaak gereserveerd voor het verbinden van twee nabijgelegen kantoren. WAN's kunnen ook virtueel werken door gebruikers toegang te geven tot beveiligde bedrijfsbestanden via een virtueel particulier netwerk. Deze VPN's geven toegang tot bedrijfsgegevens wanneer een clientcomputer hierom vraagt, maar sturen geen verzoeken van andere bedrijven (zoals surfen op het web) naar het bedrijfsnetwerk.