De kenmerken van een UTP-kabel

De niet-afgeschermde twisted pair- of UTP-kabel is het meest voorkomende type kabel dat wordt gebruikt in computernetwerken. Het bestaat uit meerdere paren draden die in een bepaalde volgorde zijn gerangschikt. Zoals de naam al doet vermoeden, zijn UTP-kabels niet elektrisch afgeschermd en kunnen ze gevoelig zijn voor elektrische of radiostoringen als ze in bepaalde omgevingen worden gebruikt.

Fysieke eigenschappen

UTP-kabels gebruiken acht draden die zijn gegroepeerd in vier paren, elk samengesteld uit een effen draad en een gestripte draad. Elke draad wordt een bepaald aantal keren gedraaid om interferenties met de andere paren te minimaliseren. Een hoger aantal twists per inch resulteert in een hogere datatransmissie. De Electronic Industry Association en de Telecommunication Industry Association hebben zes snelheidsnormen voor UTP-kabels vastgesteld, waarbij categorie 1-kabels de langzaamste zijn en categorie 6-kabels de snelste.

Prestatie

De categorie van een UTP-kabel heeft een grote invloed op het gebruiksbereik. Categorie 1-kabels hebben een snelheid van 1 Megabit per seconde, oftewel Mbps, en kunnen alleen in de telefonie worden gebruikt. Kabels van categorie 2, 3 en 4 worden gebruikt in telefonie en lagesnelheidsnetwerken. Categorie 5-kabels hebben een snelheid van 100 Mbps in een configuratie met twee paren, bekend als 100BaseT Ethernet, en 1.000 Mbps als alle 4 paren worden gebruikt, zoals in Gigabit Ethernet. Categorie 6-draden hebben snelheden tot 10.000 Mbps. Categorie 5-kabels worden het meest gebruikt in reguliere netwerken, terwijl categorie 6-kabels specifieker zijn voor hogesnelheidsnetwerken tussen servers.

Toepassingen

UTP-kabels gebruiken RJ-45-connectoren, een grotere versie van een telefonieconnector. De volgorde van de draden in de connector is afhankelijk van het gebruik van de kabel. Er zijn twee soorten bedrading: recht en crossover. Rechte bedrading wordt gebruikt om verschillende soorten apparaten aan te sluiten, zoals computers en schakelaars. In een configuratie met rechte bedrading hebben beide connectoren aan beide uiteinden dezelfde bedrading, bekend als T568B. Crossover-kabels worden gebruikt om apparaten van hetzelfde type met elkaar te verbinden, zoals computer-naar-computer of switch-to-switch, en hebben één uiteinde bedraad in T568B-configuratie en het andere uiteinde in een vergelijkbare configuratie, maar met twee omgekeerde paren. Deze configuratie staat bekend als T568A.

Beperkingen

De maximale lengte van een enkel segment UTP-kabel mag niet langer zijn dan 295 voet om gegevensverlies te voorkomen. Gebruik bovendien geen UTP-kabels in omgevingen met een hoog elektrisch of radiostoringspotentieel. Voor dergelijke omgevingen worden afgeschermde twisted pair- of STP-kabels aanbevolen.