Velen herinneren zich nog de tijd die het kostte om onderzoek te doen voor een schoolproject. Een uitstapje naar de bibliotheek was bijna altijd nodig. Samenwerken betekende het daadwerkelijk ontmoeten van klasgenoten en docenten op scholen en kantoren. Tegenwoordig hebben studenten met slechts een paar klikken toegang tot informatie en kunnen ze online samenwerken. Het internet heeft vrijwel elk aspect van het onderwijs veranderd, aangezien studenten lessen op het web volgen en meer mogelijkheden krijgen om te leren dan ooit tevoren.
Online informatie
Volgens SEO.com doet 93% van de studenten online onderzoek in plaats van de bibliotheek te bezoeken, waarbij Wikipedia de meest populaire bron is. De enorme hoeveelheid informatie op internet maakt het dragen van een boekentas bijna overbodig. Enorme elektronische bibliotheken zoals Project Gutenberg bieden studenten meer dan 40.000 gratis boeken, en betrouwbare online referenties zoals Britannica bieden overal en altijd rijke multimedia en interactieve informatie. Naast het instrueren van studenten over het vinden van informatie, richten docenten zich nu op het helpen van studenten om de overweldigende hoeveelheid beschikbare informatie te doorzoeken en te evalueren.
Samenwerken en sociale media
Nog niet zo lang geleden zou een "studiegroep" betekenen dat een paar studenten bij iemand thuis komen om te proppen voor een toets. Nu zou de term kunnen worden toegepast op een groot multinationaal netwerk van onderzoekende geesten die zich bezighouden met online samenwerking. Volgens de laatste gegevens van het Dartmouth Center for Marketing Research van de Universiteit van Massachusetts gebruikt 100 procent van de hogescholen nu een of andere vorm van sociale media, waarbij Facebook bovenaan de lijst staat. Studenten en hun docenten werken samen in online discussiegroepen en delen ideeën met blogs. Zelfs studieboeken bevatten interactieve online sociale elementen waarmee studenten de nieuwste trends kunnen bekijken en deelnemen aan gesprekken. Netwerken vormen rond gemeenschappelijke belangen en relaties ontwikkelen zich tussen staten en landen. Via sociale media bevordert internet een globaal perspectief op de wereld en een plek voor studenten om te delen en te leren.
Online scholen
Een student hoeft tegenwoordig niet eens technisch gezien naar een school te gaan om een opleiding te volgen. Online scholen zijn snel een acceptabel alternatief geworden voor een fysieke opleiding. Volgens het jaarverslag 2011 van het Sloan Consortium volgen meer dan zes miljoen studenten in de VS een online cursus en is de groei van 10 procent voor online inschrijvingen veel hoger dan de groei van de totale studentenpopulatie, die minder dan 1 procent is. Online cursussen geven studenten met drukke schema's, zoals werkende volwassenen en ouders, de mogelijkheid om een opleiding te volgen. Op dezelfde manier hebben thuisgeschoolde kinderen nu toegang tot gestructureerde online lessen. Hoewel sommige onderwijzers nog steeds twijfelen aan de effectiviteit van online scholen in vergelijking met persoonlijk onderwijs, is het moeilijk te ontkennen dat ze een steunpilaar zijn geworden van het moderne onderwijs.
Gelijkwaardigheid in het onderwijs
Door internet zijn ook de onderwijskansen voor kansarme en geografisch geïsoleerde studenten toegenomen. Studenten op moeilijk bereikbare landelijke locaties, zoals die in de staat Alaska, maken contact met andere online gemeenschappen via 'blended classes', een hybride van online en persoonlijke instructie. Programma's zoals Digital Equalizer van de American Indian Foundation helpen kansarme studenten in India het internet te gebruiken om verkoopbare vaardigheden te ontwikkelen en sociale mobiliteit in kastenmaatschappijen aan te moedigen. Bredere educatieve toegang voor het publiek is het doel van OPENCOURSEWARE van het Massachusetts Institute for Technology, dat vrijwel alle lessen van MIT gratis online zet. Het internet heeft het voor meer studenten mogelijk gemaakt om een opleiding te volgen dan ooit tevoren.
