Veel ASUS-moederborden worden geleverd met een onboard videoadapter, waardoor je geen aparte grafische kaart nodig hebt. Als je ooit een aparte grafische kaart hebt geïnstalleerd of instellingen hebt aangepast in het basisinvoer-/uitvoersysteem, kan de ingebouwde video worden uitgeschakeld. Schakel het opnieuw in door in BIOS op te starten en de video-instellingen aan te passen.
Stap 1
Start uw computer op of start deze opnieuw op.
Stap 2
Druk op "Verwijderen" wanneer het ASUS-logo op het scherm verschijnt. Voortdurend op "Verwijderen" drukken tijdens het opstarten kan geen kwaad en zorgt ervoor dat de toets op het juiste moment wordt ingedrukt. Zie een prompt met de tekst "Entering Setup", wat BIOS is.
Stap 3
Druk op de pijl naar rechts totdat het bovenste menu-item 'Geavanceerd' is gemarkeerd.
Stap 4
Druk op de pijl-omlaag totdat "System Agent Configuration" of "Chipset" is gemarkeerd, afhankelijk van welk ASUS-model u bezit. Druk op "Enter" om toegang te krijgen tot de instellingen.
Stap 5
Selecteer "iGPU" of "IGD" en druk op "Enter". Op sommige modellen krijgt u ook extra opties te zien, zoals "PCI/iGPU" of "PCI/IGD". Als u deze opties selecteert, wordt uw kaart aan boord ingeschakeld, terwijl u nog steeds ondersteuning biedt voor uitbreidingskaarten. Dit kan wenselijk zijn wanneer u meerdere monitoren op uw computer instelt.
Selecteer de toewijzing "gedeeld geheugen", als de optie wordt aangeboden. Je ingebouwde video gebruikt een deel van je systeem-RAM, dus deze optie delegeert het bedrag dat voor de video wordt gebruikt. Hoe hoger het getal, hoe beter de prestaties van de ingebouwde video. Als u heel weinig systeem-RAM heeft, verslechtert het selecteren van de hoogste waarde uw algehele systeemprestaties. Er is geen vaste regel voor deze waarde; het kan zijn dat u moet experimenteren om uw beste resultaten te bereiken. Dit hangt af van de hoeveelheid systeem-RAM, de programma's die u uitvoert en het soort grafische en videobestanden dat u gebruikt.