Sony-televisies met achterprojectie gebruiken drie lampen - een rode, een groene en een blauwe - om het beeld te projecteren. Wanneer u de televisie voor het eerst aanzet of merkt dat het beeld niet goed is uitgelijnd, moet u de convergentie van de lampen aanpassen. Wanneer de bollen goed convergeren, zullen de kleuren een samenhangend beeld vormen. Op sommige modellen kunt u de modus Flitsfocus gebruiken om de lampen automatisch aan te passen. Andere modellen vereisen handmatige aanpassing.
Automatische aanpassing
Stap 1
Zet je televisie aan.
Stap 2
Ga naar een willekeurig kanaal met programmering erop.
Druk op "Flash Focus" op de afstandsbediening. Er verschijnen verschillende kruisjes op het scherm. Ze zullen langzaam worden uitgelijnd. Verander tijdens deze handeling niet van kanaal en druk niet op een knop. Wanneer de lampen niet meer uitgelijnd zijn, keert de televisie terug naar de normale werking.
Handmatige aanpassing
Stap 1
Druk op "Menu" op de afstandsbediening en gebruik de pijltoetsen om "Instellen" te markeren. Druk op "Terug" om het menu Instellen te openen.
Stap 2
Plaats de cursor op "Convergentie" en druk op "Return".
Stap 3
Gebruik de pijltoetsen om een van de convergentielijnen te selecteren en druk vervolgens op "Return" om deze te selecteren. Opties zijn de rode en blauwe horizontale en verticale lijnen.
Stap 4
Druk op de pijltoetsen om de geselecteerde lijn langs dezelfde as naar de groene middenlijn te verplaatsen. De pijl omhoog verplaatst de lijn naar boven of naar rechts, afhankelijk van de lijnas. De pijl omlaag verplaatst de lijn naar beneden of naar links, afhankelijk van de lijnas. Herhaal dit voor elke lijn totdat ze samenkomen en de lijnen verschijnen als een wit kruis.
Druk op "Menu" om de convergentie-instellingen op te slaan en terug te keren naar het hoofdmenuscherm.