Routers en andere netwerkapparaten draaien vaak op Telnet-servers. Telnet is een op tekst gebaseerd programma waarmee u via een router of ander apparaat toegang krijgt tot de console en opdrachten kunt geven. U kunt Telnet in een router plaatsen met behulp van de Telnet-client die bij Windows wordt geleverd. Dit programma is niet standaard geïnstalleerd; u moet het installeren met behulp van het configuratiescherm van Windows Features voordat u het gebruikt. In tegenstelling tot andere protocollen is Telnet niet veilig en mag het niet via internet worden gebruikt. Telnet-wachtwoorden worden in platte tekst verzonden in plaats van gecodeerd.
Klik op "Start", typ "Windows-functies" in het zoekvak onder aan het menu Start en druk op "Enter".
Klik op het selectievakje links van "Telnet Client" in het dialoogvenster Windows-functies in- of uitschakelen dat verschijnt en klik op "OK" om het te installeren.
Klik op "Start", typ "cmd" in het zoekvak onder aan het menu Start en druk op "Enter" om een opdrachtpromptvenster te openen.
Typ "telnet [IP-adres]", vervang "[IP-adres]" door het IP-adres van de router waarmee u verbinding wilt maken en druk op "Enter".
Typ het wachtwoord dat de router nodig heeft bij de wachtwoordprompt en druk op "Enter". Deze prompt verschijnt alleen als de router een wachtwoord vereist.
Tips
U kunt het IP-adres vinden van de router waarmee u bent verbonden met de opdracht "ipconfig". Typ "ipconfig" in het opdrachtpromptvenster en druk op "Enter", zoek vervolgens naar het IP-adres rechts van "Standaardgateway" onder "Local Area Connection" of "Draadloze netwerkverbinding".